Papieren vliegtuigje

Probleem:

Maak een papieren vliegtuigje op zo'n manier dat je de lector aan de andere kant van de klas kan raken.

Verkennen:

Iedereen denkt na over een vliegtuigje dat deze opdracht tot een goed einde kan brengen.

Ontwerp voorstel:

Iedereen tekent het ontwerp van zijn oplossing. (In dit geval was deze stap niet echt nodig)

Maken:

Iedereen maakt het papieren vliegtuigje dat ze ontworpen hadden.

Testen en bijstellen:

We wierpen allemaal ons vliegtuigje naar de lector. Niet allemaal met evenveel succes. We hebben hierbij vooral gelet op twee zaken: welk vliegtuigje komt het dichtst bij de lector, en welk vliegtuigje blijft het langst in de lucht. Toeval of niet, beide vliegtuigjes kwamen uit ons groepje.

Communiceren:

Door de vluchten te vergelijken konden we verschillende eigenschappen en hun gevolgen van de vliegtuigjes isoleren.

Verdiepen:

Deze eigenschappen kunnen nu ontleed worden, waardoor de achterliggende natuurkundige wetten kunnen worden achterhaald.

Conclusie:
Het vliegtuigje dat het dichtst bij de lector kwam, was een ontwerp van Daan. Het was langwerpig, zeer spits en had het zwaartepunt vooraan. Dit ontwerp heeft als grote voordeel dat het nauwkeurig kan geworpen worden, maar heeft weinig zweefkracht.
Het vliegtuigje dat het langst in de lucht bleef, was een ontwerp van Frank. Het had het zwaartepunt in het midden en had een groot vleugeloppervlak. Dit ontwerp had echter als nadeel dat het afweek van zijn rechte lijn.

 

Hieruit konden we verschillende zaken leren:
1. Een aerodynamische vormgeving zorgt voor een vlucht in rechte lijn.
2. Het zwaartepunt vooraan leggen maakt het mikken gemakkelijker
3. Een groot vleugeloppervlak zorgt voor meer lift

 

REFLECTIE:

Leerlingen kunnen al redelijk snel een standaard vliegtuigje vouwen. Laat eerst de leerlingen zelf nadenken over een verbetering. Geef ze nadien enkele voorbeelden waaruit ze het beste ontwerp kunnen kiezen.